Interview met Marja Visscher

Marja Visscher

Na een langere stilte op mijn blog omtrent de interviews, gaan ze nu weer van start! Dit keer Marja Visscher.
Op het moment dat ik de vragen naar haar stuurde, kwam ik tot de ontdekking dat ik nog nooit een boek van haar had gelezen! Ook al lees ik veel, ook ik kan niet alles lezen, en blijven er schrijvers langere tijd onontdekt.

Marja Visscher komt uit een gezin van 5 kinderen en is opgegroeid in Rotterdam. Toch hield ze meer van de natuur dan van de stad. Ze vertrok ook naar de Hoeksche Waard toen ze trouwde. Daar hebben ze een leuk huis gekocht, kregen hun dochters. Deze dames groeiden op tussen de lammetjes en vele andere dieren.  Veertig schapen, een pony, geiten, kippen, ganzen, konijnen, cavia’s, honden en katten. Marja
Kortom, een heerlijk leven, zoals ze zelf zegt.
Ze behaalde verschillende diploma’s omtrent dierenverloskunde en gaf al 
snel cursussen. Daarnaast was ze journaliste en begon ze later een uitgeverij in historische fotoboeken, nadat deze een groot succes werd, kwam ook haar man in het bedrijf werken, zo runde ze samen de uitgeverij. 

Maar ook de leeftijd gaat door en toen Marja 65 werd en haar man 70 verkochten ze de uitgeverij en namen ze rust. Rust die niet lang duurde, want bij Marja begon het weer te kriebelen. Via Gerda van Wageningen kreeg Marja de kans om te schrijven bij Zomer & Keuning. Daarnaast is heeft ze ook nog de hobby’s schilderen en viool spelen, gaat ze graag samen met haar man en vrienden naar concerten en uit eten.

Of wel FollowMeMove heeft geluk dat dit bezige bijtje een beetje tijd over had voor dit interview! En wat een interview! De antwoorden zijn zo min mogelijk bewerkt!

 

Wie is uw grote voorbeeld? Met schrijven of gewoon in het totale leven?
Wat schrijven betreft, heb ik geen voorbeeld. Maar qua schrijvers was/ben ik altijd een liefhebber van Jan Wolkers, wat gedichten betreft van Willem Wilmink en als kinderboekenschrijver heb ik eigenlijk alles wel gelezen van Guus Kuijer. Daarnaast heb ik een grote antiquarische verzameling van Nicolaas Beets. Zijn Camera Obscura overtreft alles. In het verlengde daarvan lees ik graag Charles Dickens en meer schrijvers uit die tijd. Het is een periode waar ik een goed gevoel bij heb. Niet omdat de tijd nu zo rooskleurig was, want het werd gekend door grote armoede. Maar wat ik zelf ook graag in mijn boeken doe is het rijke tegenover de armoede zetten. Het is denk ik dat, wat mij aantrekt in de Victoriaanse roman. Het is in de literatuur volgens mij het begin van de zoektocht naar de identiteit, de manier waarop personages zich trachten aan te passen aan de verwachtingen die men heeft in de burgerlijke maatschappij.

Wat is het eerste wat u doet als u opstaat?
Zeker nu wij geen haast meer hebben, sta ik rond acht uur op. Dan trek ik wat gemakkelijks aan, loop even met Sammy naar buiten, terwijl mijn man het ontbijt klaarmaakt. Dan verdelen mijn man en ik de krant en hangen lekker onderuit op de bank met jus, koffie en mijn yoghurt met muesli. Pas nadat we de kranten hebben ‘gespeld’. Begint de werkelijke dag! Na de douche lopen we of samen nog even met Sammy de polder in, maar veelal open ik de computer en ga aan het werk.

Bent u zelf een lezer? Hoeveel boeken leest u per jaar?
Ik probeer altijd zoveel mogelijk bij te blijven wat het de hedendaagse bekende schrijvers betreft. Ben nu bijvoorbeeld bezig in ‘Kolja’ van Arthur Japin. Tijdens het voorbereiden van een boek, lees ik wel. Maar laat me inspireren door boeken die dicht staan bij mijn onderwerp. Omdat het dezelfde tijd is, of omdat ik het zelfs voor mijn onderwerp heb aangeschaft. Meestal is dat de periode dat ik historisch onderzoek doe en nog niet aan het schrijven ben. Sommige uitgeverijen hebben ook een reeks opgezet met historische romans, daar pik ik er dan een aantal van uit, waarvan het onderwerp en de tijd me interesseert. Dit is eigenlijk pure nieuwsgierigheid van hoe andere uitgeverijen/schrijvers met een onderwerp omgaan. Dan let ik op de dikte, de uitwerking, de omslag, de tekst op de achterflap en de titel. Komt toch een beetje chauvinisme om de hoek kijken denk ik, omdat ik dan toch meen dat Zomer & Keuning het gewoon erg goed doet.

Doet u voor uw boeken research?
Ja heel veel, want kennis is de helft van het succes bij het schrijven. Ik schrijf graag over sterke vrouwen die iets in Nederland hebben betekend. Voor mijn onderwerpen grasduin ik graag in het lexicon ‘Duizend en één vrouwen’. Dat is een telkens weer een feestje om daar in te lezen en er een geschikte dame tussen uit te halen. Soms hebben deze dames ook nog eens een bekende echtgenoot. Eigenlijk nog mooier, daar is namelijk dan veel van bekend en kan ik van beide een calendarium opzetten van bekende jaartallen die er in hun beider leven zit tussen geboren en sterven. Dat is dan ook direct mijn historische zoektocht. Daarnaast ben ik altijd zeer verheugd, wanneer de geschiedenis ‘losse eindjes’ kent. Daar mag ik dan op gepaste wijze mijn eigen fantasie aan blootstellen. Wanneer de lezer daarna zegt: ‘Ja zo zou het gegaan, kunnen zijn’ dan denk ik dat ik een goed verhaal aan het papier heb toevertrouwd. Gelukkig kan er tegenwoordig heel veel op internet worden uitgezocht, bijna alle archieven zijn gedigitaliseerd, musea zijn via de computer toegankelijk, daarnaast kijk ik dan ook altijd wat de antiquariaten op het gebied van mijn onderwerp nog op voorraad hebben en dan vult zich langzaam weer een plank van de kast van mijn werkkamer. Ik print ook alles uit en later berg ik het op jaartal en onderwerp op, bv. Eetgewoonten boeren, burgers, adel, gewoonten bij sterven en geboorten. Kleding, speelgoed, hygiëne, industrie, oorlogen, politiek, kerkelijke geschiedenis etc. Voor een volgend boek dat dan toevallig ook in die periode speelt, heb je dan al een basis.

Wat is uw favoriete liedje aller tijden?
Laat ik voorop stellen dat ik van klassiek muziek hou, vooral de Romantische tijd zoals Van Beethoven, Schubert etc. Wij bezoeken veel klassieke concerten in De Doelen, maar ook op de radio of cd. Daarnaast is Klezmermuziek iets dat ik graag beluister, maar ook zelf speel op mijn viool. Maar om op je antwoord terug te komen, liedjes van Leonard Cohen, Brel beluister ik graag.

Waar en met wat zit u als u schrijft?
In mijn werkkamer waar ook mijn computer staat en een laptop, printer en scanner. Waar ik mijn woordenboeken bij de hand heb, het ‘groene boekje’ woordenlijst van de Nederlandse taal, waar mijn documenten en boeken over mijn onderwerp aanwezig zijn en waar ik naar buiten kan kijken en dan een compleet natuurlijk beeld heb, omdat ik dan via de grote schuifpui de verre polder inkijk, vogels zie, fazanten, hazen, soms een ree. Waar de jaargetijden duidelijk aanwezig zijn door kale velden met donkere klei, of wuivend graan. Mijn werkkamer waar ik ’s avonds de donkere polder met gordijnen kan buiten sluiten en waar ik met een dimmer op mijn lampen het juiste licht kan realiseren. Mijn werkkamer zit als een warme jas om mij heen en kan niet anders dan mij altijd inspireren. Ik heb gelukkig nog nooit een writersblock mogen ervaren.

Hoe bent u begonnen met schrijven?
Zoals ik al eerder vertelde bij Wegener waar ik naast het eilandennieuws ook de zaterdagpagina’s schreef die in alle oplagen meeging van de kranten die Wegener uitgaf, van Reformatorische Dagblad tot de Apeldoornse Courant en ga zo maar door. Maar als kind schreef ik al in onze Rotterdamse wijk Pendrecht voor het wijkblad. De wijk was een ‘rooie buurt’, het na-oorlogse ideaal van de huizen met een tuintje. Mijn ouders moesten lid van de Partij van de Arbeid zijn om daar hun huis te kunnen huren. Ben Maandag, hoofdredacteur van het toenmalige Vrije Volk woonde ook bij ons in de wijk en was ook redacteur van het wijkblad ‘Contact’ waar ik de kinderpagina vulde. Hij keek mijn werk na en ik moet zeggen dat ik toen al heel gulzig zijn goede raad inhaleerde. Er was toen al de drang om mooi te leren schrijven. De rubriek waarvoor ik toen schreef heette ‘Voor onder en boven de tien’ mijn zusje die goed kon tekenen, illustreerde die rubriek.

Hoeveel boeken heeft u geschreven?
Een stuk of twaalf waarvan er nog een aantal niet zijn gepubliceerd, die liggen te wachten bij de redactie van Zomer & Keuning. In het verleden ook aan een aantal genres ‘geproefd’. Zo schreef ik een biografie, hedendaagse romans, historische romans, essay en een viertal kinderboeken. Daarnaast heb ik misschien wel zo’n dertig boeken geschreven waar het gaat om fotoboeken met een historische onderwerp toen ik mijn uitgeverij nog had. Dan gaat het om de historie van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, de stoomtram etc.

Waar zou u stiekem nog over willen schrijven?
Ik heb voor kranten en tijdschriften altijd heel veel columns geschreven, vaak humoristische en heel vilein. Dat is mijn andere kant, dat kan ik namelijk. Heb weleens gedacht en veel lezers hebben er ook naar gevraagd ‘bundel ze nu eens’. Maar, vaak waren de columns geënt op de actualiteit. Zo’n bundel zou dan in mijn ogen een beetje oubollig worden, een beetje lachen omdat wat is geweest.

Zijn er dingen die u mijdt in uw boeken?
Nee eigenlijk niet. Er is persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, maar ik hou bijvoorbeeld wel altijd rekening dat wanneer ik een hoofdpersoon heb die in de geschiedenis van Nederland wat heeft betekend in de goede zin, ik die bijvoorbeeld geen moord laat plegen, om het maar eens extreem voor te stellen. Wanneer er losse eindjes zijn probeer ik het wel in het verlengde van het leven van mijn hoofdpersoon op te lossen. Ik denk dat het ook wel een beetje met fatsoen heeft te maken. Ik kan enorm scherp en vilein zaken fileren, deed ik weleens in een column, maar zo kent men mij eigenlijk niet. Dat hou ik een beetje voor mezelf. Ik ga de confrontatie uit de weg. Is ook een vorm van luiheid, waarom zou je ruzie maken of een grote mond op zetten? Ik ben wel altijd eerlijk, niemand hoeft aan mijn bedoelingen te twijfelen, ben heel open in alles. Zonder overigens mensen te kwetsen, daar heb ik een hekel aan.

Talen


Wat is uw favoriete quote?
‘Doen wat je leuk vindt is vrijheid! Leuk vinden wat je doet is geluk!’

Stel dat ze uw boeken willen verfilmen, doet u dat of niet? In geval van ja met welke auteurs?
Het verfilmen van je boek is denk ik wel een eer. Dus dat zou ik wel willen. Ik schrijf heel beeldend, dus het zou denk ik ook heel gemakkelijk kunnen. Ik ben nu met De Badhoeve trilogie bezig (een landgoed in de drooggelegde Haarlemmermeerpolder waar later het Badhoevedorp is uit ontstaan). Dat zou een prachtige film kunnen worden omdat het een prachtig stukje van de Nederlandse geschiedenis weergeeft. Waarbij ik Thomas Acda de rol van mijn hoofdpersoon mr. J.P. Amersfoordt zou willen zien vertolken, zijn echtgenote, de componiste/pianiste Hermina Dijk zou ik zeker toevertrouwen aan Halina Reijn.

Met welke auteur, dood of levend, zou u een kopje koffie willen drinken?
Mary Dresselhuys denk ik. Zij leeft niet meer, maar was tot op hoge leeftijd een fantastische toneelspeelster. Daarnaast zou ik met Anne Wil Blankers graag van gedachten wisselen, prachtige speelster en een mooi mens!

Dankjewel Marja voor dit uitgebreide interview!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.