
Wat is het eerste wat u doet als u uit bed komt?
Douchen, aankleden en opmaken. Dan verse sinaasappelsap drinken, een bord havermout of een paar crackers met een kop thee en de krant lezen. Daarna ga ik de hond uitlaten. Dan koffie en naar boven naar mijn schrijfkamer om te schrijven.
Wat zijn uw hobby’s?
Mijn hobby’s zijn tuinieren, toneelspelen, breien en lezen.
Hoe ziet een normale dag in uw leven eruit?
Ik probeer elke dag te schrijven. Omdat ik zo af en toe tussendoor wat wil bewegen ga ik tussendoor stofzuigen, de wasmachine aanzetten of de was aan de lijn hangen. De hond uitlaten, eten of een boodschap doen. Maar als het schrijven goed gaat, ga ik door en vergeet ik alles om me heen. (vroeger ben ik drie keer vergeten mijn kleinkinderen uit school op te halen. Daarna zette ik een kookwekker naast me.) Na een intensive dag schrijven ben ik leeg en doe ik weinig meer.
Bent u een honden of een katten mens?
Ik heb in mijn trouwen altijd honden gehad, maar ook katten. Mijn laatste kat is vier jaar terug overleden. Toen vond ik het welletjes. Ik heb nu een hond, drie kippen en Friese paarden. Ik ben een dierenmens. Toen de kinderen klein waren hebben we van alles aan dieren gehad. Cavia’s, konijnen, eenden, honden, katten, pony’s, paarden, kippen, kalfjes, schapen, geiten, vogels, maar geen reptielen. Daar gril ik van!
Wat is uw grootste valkuil bij het schrijven?
Dat ik te snel ga. Ik hou van opschieten, niet zeuren, piepen of treuzelen. (mochten mijn kinderen ook niet) Ooit zei een lerares op een schrijfopleiding tegen mij: ‘Je gaat als een olifant door de porseleinkast!’ Daar let ik dus goed op. Dat ik de dingen goed uitwerk, diepte geef. Emotie, daar gaat het om. Of de lezers nu lachen of huilen, er moet gevoel in het verhaal zitten. Ik vind het ook niet erg als ik tussentijds gestoord wordt omdat er bijvoorbeeld iemand op de koffie komt. Wanneer ik daarna weer aan mijn bureau schuif, zie ik meteen wat er beter kan en begin ik te verbeteren. Trouwens dat verbeteren doe ik tot aan het einde. Tot, als het ware het verhaal uit mijn handen vandaan wordt getrokken omdat het toch echt naar de drukker moet!
Wanneer krijgt een boek van u vijf sterren?
Een boek krijgt vijf sterren als ik het in één ruk wil uitlezen. Het moet vanaf het begin al boeien. Niet dat ik eerst door vijftig bladzijden moet worstelen om het leuk te gaan vinden. Daar heb ik geen geduld voor. Ik lees altijd voor het slapen gaan. Als ik een goed boek heb, ga ik zelfs eerder naar bed. Kan ik me helemaal op verkneukelen.
Doet u voor uw boeken research? Kost dat veel tijd? Liep u tegen feiten of leuke weetjes aan waardoor u blij verrast was en gebruikt u dat soms ook?
Jazeker! Ik doe veel research. Voor de Tilly Tod trilogie heb ik zelfs een groentetuin aangelegd om precies te weten hoe alles groeit, bloeit en wanneer.
Voor ‘Bang hart’ ben ik met mijn man wezen fietsen in de Achterhoek en Brabant en heb ik verschillende varkensboeren bezocht en gesproken.
Voor ‘De liefde achterna’ ben ik vanuit de Beemster naar Diever gelopen, gefietst en gereden en heb ik met inwoners daar gesproken en ik ken daar inmiddels de omgeving op mijn duimpje. Toen ik een artikel in het Noord Hollands Dagblad las over een opgegraven doodskist op de begraafplaats in Wognum in 1921 en die kist bleek leeg te zijn, heb ik daar een boek over geschreven. ‘Haar verborgen geheim’ Daarvoor moest ik (met mijn zus) naar het West Fries Archief in Hoorn. We hebben alle documentatie wat er maar over te vinden was met de hand overgeschreven. We mochten geen foto’s of kopieën maken.
Ook zit er in dat boek een schipper en klompenmaker. Dan ga je naar een klompenmuseum en spreek ik met binnenvaartschippers. In ‘Famke’ komt een imker voor. Dus op naar de imker en hem assisteren. (ben ook gemeen gestoken)
‘Sterker dan de wind’ gaat over het droog houden van de Schermer. Ik werk als vrijwilliger een dag in de week op de museummolen in Schermerhorn. De molenaar kon me natuurlijk alles vertellen over wat ik maar wilde weten. Die kans liet ik niet liggen. Informatie moet altijd kloppen en dat kost tijd. Maar het is wel heel leuk en je leert zoveel bij!
Soms vertelt iemand een verhaal, maakt een originele opmerking, of een grap waar ik om moet lachen. Ik kan (meest) alles gebruiken en dat maakt het levensecht.
Waar komt uw inspiratie vandaan?
Dat kan overal vandaan komen. (zie boven) Van een artikel, iets wat me boeit, een gebeurtenis of een opmerking die me raakt. Maar het moet allemaal wel kunnen. Geloofwaardig blijven. Trouwens er gebeuren in het werkelijke leven vaak zulke vreemde dingen, dat als je erover zou schrijven de mensen het niet zouden geloven.
Als u back up nodig heeft, wie uit uw boeken mag uw rug dekken?
Ik denk de mannen uit de Tilly Tod trilogie. Guus en Harm Keijzer en Brand de schipper of Rinus uit ‘Haar verborgen geheim’.
Welk genre leest u het liefst zelf? Waarom schrijft u daar wel of niet in?
Ik lees het liefst familie- en streekromans. Maar niet van dat zoete. En niet langdradig. Daar heb ik geen geduld voor. Ik lees vaak oude schrijvers. Godfried Bomans, Minus van Looi, Marinus van Goeree, Walter Breedveld, A.M. De Jong, Arie van de Lugt, M. Apperloo, K. van der Geest, Anne de Vries en J.W. Ooms. Ze zijn er niet meer. De mannen en hun boeken niet. De boeken koop ik via Marktplaats.
Wat doet u als u vastloop met schrijven?
Daar word ik onrustig van. Zoek altijd in het voorafgaande waar de fout zit. Lukt het niet, stop ik ermee. Ga ik andere dingen doen. Wandelen met de hond en veel nadenken. Wachten, het verhaal laten sudderen, en erop vertrouwen dat het goed komt. Meestal laat ik het mijn zus en mijn dochters lezen. Met hun commentaar kan ik vaak weer door.
Waar en met wat zit u als u schrijft?
Achter mijn computer op mijn schrijfkamer. Met om me heen veel aantekeningen en boeken. Honderden vol geschreven velletjes liggen naast me op mijn bureau. Overal heb ik opschrijfboekjes. Ik ben er gek op. Als een boek af is zijn al die kattenbelletjes door mijn handen gegaan. Niet dat ik alles gebruik hoor. Soms denk ik waarom heb ik dat in vredesnaam opgeschreven?
Als een boek af is, is mijn bureau leeg en maak ik mijn kamer schoon. Klaar voor het volgende boek. Maar dat volgende verhaal komt er nooit vlak achteraan. Het boek dat ik geschreven heb, moet eerst wegzakken. Het hoofd moet leeg. Ook zet ik altijd iets naast me wat over het verhaal gaat. Zo kocht ik tripklompen in het klompenmuseum, een plaat of een foto van een boerderij waar het verhaal zich afspeelt en voor het manuscript wat nu bij de uitgever ligt en dat voor Moederdag 2022 gepland staat, een brok turf.
Welk boek bent u nu aan het lezen?
Het hele oeuvre van Ooms.
Waar kunt u in de nacht voor wakker gemaakt worden?
Alsjeblieft niet doen! Ik ben een hele slechte slaper! Dus laat me alsjeblieft liggen!
Staat uw verhaallijn al vast als u begint? Of blijft het voor u ook een verrassing hoe het verhaal zich gaat ontwikkelen?
Het grootste gedeelte staat vast. Ik zie het als een huis. Het moet casco goed in elkaar zitten.
Het verhaal interessant. Eerst schrijf ik de grote lijnen uit. Allemaal op van die kleine plakvelletjes. Daar kan ik nog wel mee schuiven. Als ik vastloop helpen die aantekeningen met vooruit of om op het pad te blijven. Maar soms komen personages zo leuk uit de verf dat ze een grotere rol krijgen. En wat ik ook ontdek heb, als je het even niet meer weet, zit de oplossing vaak al in je verhaal. Alleen zie je het zelf nog niet. Maar dan sta je te strijken en denk je verhip! Dan ga ik het gauw opschrijven. Dat moet meteen gebeuren voor het wegzakt.
Als ik met de hond wandel en me de mooiste zinnen te binnen schiet, herhaal ik deze net zo vaak tot ik thuis ben. Maar dan kom je iemand tegen die een praatje maakt, en hup, weg zinnen!
Heeft u rituelen als u gaat schrijven?
Nee hoor. Graag wel eerst koffie gedronken.
Wat is uw lievelingsland?
Nederland. Wij wonen in zo’n mooi landje! Elke provincie is anders. Ik ben geen steden mens. Als tweede Engeland met zijn kastelen en tuinen. Daar zijn ze ook nog gek op oude rommel, net als ik. Een scheef tuinhek, een stokoude knoestige boom, mooie heuvelachtige landweggetjes met aan weerszijde heggen. En lekkere ontbijtjes!
Heeft u rust en stilte nodig om te schrijven of liever leven in de brouwerij?
Graag rust en stilte. Toen mijn kinderen in de pubertijd zaten, er uit alle kamers harde muziek kwam heb ik een kamertje in de garage voor me laten aftimmeren. Toen ze de deur uit waren verplaatste ik mijn bureau naar een hoek in de woonkamer. Maar dan hoorde ik dat de wasmachine of de droogtrommel klaar was en ging ik weer aan de gang. Nu is mijn schrijfkamer boven. Voorheen het babykamertje. Ik zit er heerlijk. Die kamer grenst aan het balkon en kijkt uit op het Alkmaardermeer.
Wat is uw favoriete kleur?
Alle kleuren uit de natuur vind ik mooi. Dus natuurlijke kleuren. Graag heb ik wel zwarte, witte, grijze of iets dergelijks wat kleren betreft aan. Of spijkerbroek. Ik ben niet groot, dus als ik iets gebloemds aan heb, lijk ik al gauw op een rol behang.
Wat vindt u leuk om te doen naast schrijven?
Werken in de tuin. Lezen.
Wat is het grappigst wat u heeft meegemaakt door het schrijven?
Om een verhaal zo geloofwaardig mogelijk te maken heb ik een paar jaar geleden voor mij en mijn man een plaggenhut in Drenthe gehuurd voor een lang weekend. Ik had niks tegen hem gezegd. Toen wij daar naar binnen gingen, had je zijn gezicht moeten zien! Hij vroeg hij of dit een grap was. Het was precies zo’n hut als vroeger. Een lemen vloer, een kleine, muffe bedstee, een koud water kraantje boven een boenbak, en aan de voorkant twee kleine raampjes. Om toch maar een beetje licht te hebben hing er een zwak peertje aan een balk.
Ik vond het geweldig maar het feest ging niet door. Ik moest maar iets gaan regelen met de eigenaar. Die had nog een bungalowtje in het bos. Daar mochten we toen in. Ik moest wel bijbetalen.
Uit hoeveel woorden bestaan uw manuscripten?
Tilly Tod , mijn eerste roman, had er zo’n 83.000. Dat was aan de maat. Nu zit ik tussen de 70.000 en de 75.000 woorden.
Wat vond u het leukste boek/karakter om te schrijven?
Tilly Tod uit de gelijknamige trilogie, Maartje uit ‘Onder de Vlier’ en Rinus uit ‘Haar verborgen geheim’.
Wat is uw lievelingsboek?
Bedoel je wat ik zelf geschreven heb? De Tilly Tod trilogie daar ben ik best tevreden over. Over al mijn boeken eigenlijk wel. Sterker dan de wind vind ik ook goed geworden.
Huis van licht en schaduw was de eerste streekroman die ik vroeger uit onze bibliotheek haalde toen ik tussen de rekken voor volwassenen neusde. Ik was veertien en ik vond het prachtig. Ik ben begonnen met toneelstukken schrijven. Daarna kinderboeken en toen durfde ik het pas voor volwassenen aan. In die tijd gingen de meeste kinderboekenschrijvers thrillers schrijven. Dat was helemaal in. Maar ik heb niks met thrillers, wel met spannende boeken. Dus werden het spannende, historische streekromans.
Waar ziet u zichzelf over 5 jaar?
Ik hoop van hier. Gezond en wel met mijn man en mijn hele gezin.
Heeft u nog tips voor een beginnend schrijver?
Geef nooit op! Volg een goede schrijfopleiding zodat je de fijne kneepjes leert.
Lees veel en schrijf vooral wat je leuk vindt!
Dankjewel Mary dat je mee wilde werken. Hier kan je haar boeken bekijken en aanschaffen, maar je kan het ook altijd bij de lokale boekhandel halen of bestellen!
*Foto’s zijn van Mary Schoon, Zomer & Keuning, Freepik en mijzelf*
*** Persoonlijke opmerking***
Bloggen doe ik nu al jaren, sinds ik in Duitsland woon. Dat, samen met mijn dyslexie, zorgt ervoor dat ik schrijf- en grammaticale fouten maak. Ik ben mij bewust dat ik deze soms nog steeds overzie als ik mijn tekst nog eens nalees.
Het is helaas voor mij niet te betalen om iemand dat te laten corrigeren. Ik beloof jullie dat ik mijn best doe, en het belangrijkste is voor mij vooral boekenliefde met jullie te delen!***
Hoi Anja, Ik ken Mary Schoon niet. Ik heb nav. het interview de Tilly Todd trilogie gedownload. Groetjes, Yvonne.